Persoonlijke ontwikkelingTherapieZelfhulpboeken

Een zelfhulpboek of therapie?

Zelfhulpboeken zijn populair. Populairder dan ooit als ik de berichten erover lees. Veel mensen zijn dus op zoek. Op zoek naar antwoorden op levensvragen of naar de manier om ergens vanaf te komen (angst) of iets te krijgen (geluk!). Je kan een hoop leren uit boeken, maar als je ze alleen maar leest, levert het meestal niet zoveel op. Het is dan zoals een goede film, je bent er door geboeid of misschien wel geïnspireerd, maar de volgende dag (of anders de dag erna) pak je je normale leven weer op. Hebben zelfhulpboeken dan geen zin? Jawel, maar je moet er mee aan de slag gaan. Veel zelfhulpboeken bevatten vragen en opdrachten en als je die alleen maar leest gebeurt er niet zoveel. Het vergt toewijding, discipline en tijd en ook wel een behoorlijke mate van zelfinzicht om er ook daadwerkelijk wat mee te gaan doen. Pas dan kan er wat kan gaan veranderen. Helaas gaat het vaak de kant op als de goede voornemens met oud en nieuw. Dan is het volgend jaar beter, of in dit geval: misschien heeft een ander boek wel het ultieme instant antwoord.

Therapie dan maar? Therapie vraagt ook wat van je, laat ik dat voorop stellen. Het is ten eerste al minder vrijblijvend. Een boek kan je makkelijk wegleggen met een therapeut maak je afspraken. De investering is ook groter; het kost tijd en geld. Daarnaast vergt het net zo goed toewijding en discipline. Jezelf voor de gek houden, lukt in je eentje nog wel, maar een therapeut houd je een spiegel voor. Vragen van de therapeut kan je minder makkelijk ‘overslaan’. Je wordt aangemoedigd om over dingen na te denken, om te voelen wat dingen echt met je doen. Dat kan pijnlijk zijn. Daar kan je uiteraard ook voor weglopen. In de praktijk betekent dat meestal dat je stopt met de therapie voordat er echt iets is veranderd. Wie doorzet, de confrontatie met zichzelf aangaat, tussen de sessies door reflecteert op wat er aan de orde komt; die gaat stappen maken. Hoe dan ook. Het fijne van therapie is, je hoeft het niet alleen te doen. Er is steun, bemoediging en begrip voor je. Dat maakt dat je met een gerust hart kan experimenteren, onderzoeken, vallen en weer opstaan. Dat maakt dat je steeds zelfbewuster wordt, waardoor je uiteindelijk ook weer afscheid kan nemen van de therapie. Met nieuwe inzichten, kracht, zelfvertrouwen en moed ga je vervolgens weer verder.